Nederland loopt met 18 miljoen mensen met evenzovele wensen t.a.v. wonen, werken en recreëren tegen grenzen aan. Niet alles kan! Maar vanuit verschillende perspectieven en belangen wordt verschillend gedacht over welke grenzen het gaat, wat wel of niet kan en hoe dat het beste kan worden opgelost. Complexe vragen waar we als samenleving mee op de proef worden gesteld, maar weet dat verandering van alle tijden is.
Het is belangrijk om de mensen dicht bij de lokale overheid te houden en ervoor te zorgen dat er met respect naar elkaars standpunten wordt geluisterd om via dialoog te komen tot maatschappelijk acceptabele oplossingen. Wij dienen om die reden mede met het CPB de motie in: Steenwijkerland is trots op de boer”. Deze groep heeft het moeilijk en krijgt het zwaar voor de kiezen. We mogen niet van één sector vragen een probleem op te lossen waar we als samenleving verantwoordelijk voor zijn. We zullen op lokaal niveau moeten kijken hoe we hier met alle sectoren gezamenlijk verstandig mee omgaan.
Dat gezegd hebbende, wil ik het college en de ambtelijke uitvoerders complimenteren voor de heldere stukken die ze hebben aangedragen. We liggen t.a.v. de diverse programmaonderdelen op koers, maar…. dat betekent zeker nog niet dat we er zijn.
Wat betreft de financiering van de programmabegroting wordt duidelijk dat het uitgangspunt ‘niet meer dan een trendmatige verhoging van de lokale lasten” uit het coalitieakkoord door het College op dit moment voor 2020 niet wordt gehaald. Het is een schrale troost dat wij daar niet alleen in staan. Omringende gemeenten hebben met dezelfde tegenvallers te maken.
Het college heeft de tegenvallende inkomsten vanuit het Rijk en oplopende kosten voor de jeugdzorg grotendeels kunnen opvangen met een bezuinigingsherijking van 2 miljoen voor bestaand beleid. Een flinke bezuiniging, maar dat was niet genoeg. Omdat we naar de toekomst ook moeten inspelen op de omgevingswet, energietransitie, WMO en willen blijven investeren in andere voor onze kernen belangrijke voorzieningen. Om een gemeente te kunnen blijven die we met elkaar willen zijn.
Het College stelt voor om van onze inwoners met 3% extra, een hogere bijdrage in de WOZ te vragen dan trendmatig en ook van onze toeristen wordt een extra bijdrage gevraagd. De afvalstoffenheffing valt hoger uit omdat ze door tegenvallende inkomsten via de aandelen van Rova niet kostendekkend zijn. Dat is een landelijk en regionaal probleem. Het diftar systeem principe dat Steenwijkerland hanteert, blijkt landelijk de beste oplossing om de kosten zo laag mogelijk te houden.
Wij verwachten dat de in gang gezette reorganisaties van de IGSD en de gemeentelijke organisatie op korte termijn ook vruchten afwerpt t.a.v. de kosten in de bedrijfsvoering maar vinden het op dit moment verstandig om gedurende de reorganisatie niet, nog meer dan de aangegeven 125.000 euro op de bedrijfsvoering te bezuinigen.
Onze inwoners vangen nu voor 2020 de financiële onzekerheden op om de begroting sluitend te krijgen. Graag willen we aandacht vragen voor inwoners die hierdoor mogelijk in de problemen komen. Kan de portefeuillehouder aangeven dat ze hier allert op is en dat niet laat gebeuren?
BGL wil het College met oog op 2021 en 2022 nadrukkelijk vragen, gericht op zoek te gaan naar mogelijkheden om de huidige, meer dan trendmatige verhoging van de WOZ richting burgers te compenseren. Zodat over de collegeperiode als geheel, het uitgangspunt, niet meer dan een trendmatige verhoging wel wordt behaald. We zijn om die reden mede indiener van de motie van de VVD samen met de PVDA en CU.
Gezien het gebruik van de recreatieve sector van onze voorzieningen en de komende investeringen is BGL van mening dat de bijdrage vanuit de toeristische sector in de toekomst wel mag worden verhoogd. Samen met de sector zal gekeken moeten worden waar in de breedte mogelijkheden zijn om dat zo fair mogelijk te doen. Transparantie over de besteding van de middelen die de toeristische sector bijdraagt is daarbij een belangrijk aandachtspunt. We zijn om die reden mede indiener van de motie van de PVDA, VVD en CU.
De PAS is in mei gesneuveld en heeft tot de huidige stikstofcrisis geleid. De stikstofcrisis is geen dossier waarover wij op lokaal niveau beslissen. Wel worden onze inwoners en ondernemers hiermee geconfronteerd. Hoe deze crisis afloopt is lastig te voorspellen, maar de kans is aanwezig dat we als gevolg van nieuw spelregels, in Steenwijkerland niet alle projecten tijdig kunnen oppakken. Dit heeft consequenties voor onze uitvoeringsbudgetten. Als zich dit voordoet, hoe gaat het college daar mee om?
Wat betreft de inhoudelijke bestuursprogramma’s willen wij graag de volgende zaken meegeven:
Inwoner op 1: Wij zijn blij met de mogelijkheid dat inwoners ook zonder afspraak weer geholpen kunnen worden in het gemeentehuis. Dat er een spreekuur is voor onze inwoners met wethouders en dat inwoners de subsidieregeling inwonersinitiatieven weten te vinden. Het klantcontact richting onze inwoners is belangrijk en wij hopen dat de acties die worden ingezet straks aantoonbaar hun vruchten gaan afwerpen.
Duurzaamheid: De energietransitie is een complexe opgave. Dat besef is inmiddels ingedaald en op diverse thema’s wordt hier met maatschappelijke partners gewerkt aan oplossingen die voor Steenwijkerland werken. Dat is ook nodig met oog op een opgave vanuit de RES waar wij als gemeente gevraagd worden een realistische bijdrage te leveren. Van belang is om na te denken hoe we hier onze inwoners en ondernemers zo goed mogelijk bij betrekken.
Werk aan de Winkel: We hebben hier stevige ambities aangegeven, we liggen op koers in de te nemen stappen maar voor de uitvoering zijn vele partijen nodig die met elkaar investeringsbeslissingen moeten nemen. Het is van belang om hier als gemeente de faciliterende en stimulerende rol te kunnen blijven pakken die we aangeven. Goede en voldoende mensen zijn van belang.
Samen redzaam: We staan achter de speerpunten van het programma samen redzaam. Hopelijk slagen wij erin met goed beleid en goede afspraken onze inwoners aan voorzieningen op maat te helpen tegen aanvaardbare kosten. Tevens zijn we erg nieuwsgierig naar wat de verkenningen rond het principe van de omgekeerde toets hebben opgeleverd en hoe dit traject verder wordt ingezet.
Mijn Steenwijkerland: Uit het programma mijn Steenwijkerland willen we wijzen op het onderdeel realistische groei van woningbouw in Steenwijkerland. Voor BGL hoort hier nadrukkelijk de woningbouw in dorpen en kernen bij. BGL is verheugd dat corporaties in Steenwijkerland weer sociale huurwoningen gaan bouwen in de noordelijke kernen. Graag zien wij dat de achterstand die hier is ontstaan wordt weggewerkt. Wij verwachten dat het College hier richting de corporatie “druk zet” en mee blijft denken voor die kernen die hier ook nadrukkelijk om vragen maar nog niet in het overzicht staan zoals bijvoorbeeld Ossenzijl. Een kern die ook is getroffen door de verkoop van sociale huurwoningen van het voormalig gemeentelijk woningbedrijf aan Grouwels.
In het verlengde hiervan, het bestemmingsplan buitengebied is on hold gezet in voorbereiding op de invoering van de omgevingswet en de digitaliseringsopgave. Men hoopt de achterstand in ”oud beleid”, in te halen door te anticiperen op nieuw beleid. Maar… de zienswijzen die bij het bestemmingsplan buitengebied zijn ingediend blijven voorlopig staan. Is het een idee om te kijken, hoe we vooruitlopend op de nieuwe omgevingswet als gemeente met deze zienswijzen denken om te kunnen gaan. Een leerproces om ons als raad ondersteund door ambtelijker ondersteuning beter te kunnen voor bereiden op die omgevingswet.
Soms doen zich calamiteiten voor t.a.v. de veiligheid in het verkeer. Kruispunt De Klosse is een voorbeeld waar we in de raad over hebben gesproken. Hiervoor staan geen middelen gereserveerd. Hoe zorgen we ervoor dat we dit soort zaken kunnen oppakken?
Er lijken met de normen over de PFAS nieuwe grenzen in beeld!
“Er mag niet meer met modder worden gegooid!”
Maar… voor onze waterrijke regio waar veel wordt gebaggerd brengt het mogelijk ook nog andere risico’s met zich mee. Hoe gaan we daar op inspelen?
Tot slot, de solvabiliteit raakt de ondergrens en de reserves lopen mede door een andere begrotingssystematiek terug. Dat lijkt een nieuw gegeven waar we als raad mee om moeten leren gaan.