Antje beziet: “Mam zit in de politiek. Mijn leven als raadslid van drie gemeenten”

In 1976 kwam ik als eerste vrouwelijke raadslid, namens de Partij van de Arbeid, in de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Zwartsluis. Door gemeentelijke herindeling is dat nu de gemeente Zwartewaterland geworden. Ik was toen ongeveer 32 jaar oud, gehuwd en we hadden 2 kinderen Jacob en Aaltje. Ik werkte destijds in de huishouding en in mijn vrije tijd zat ik in de besturen van de lokale afdeling van Veilig Verkeer Nederland, de plaatselijke Oranje vereniging en de Rooie Vrouwen, de vrouwenorganisatie van de PvdA. Ik raakte zo steeds meer politiek geïnteresseerd en wilde mensen helpen.
Destijds had ik eigenlijk nauwelijks een idee waar ik aan begon. Wat me opviel was dat het allemaal behoorlijk formeel was. Iemand tutoyeren kwam toen echt niet in je op. Gelukkig werd ik goed opgevangen door mijn fractiegenoten. Ik kan me herinneren dat vooral Gosem Akkerman, fractievoorzitter, me destijds politiek wegwijs heeft gemaakt. Hij nam me mee in dossiers en de formele regels. Akkerman gaf me ook mee dat je zaken best stevig moet aanzetten, daar was hij zelf ook van. Soms zelfs met behoorlijk ruwe taal ook. “Maar,” zei Akkerman, “tegelijkertijd met een vrouw in de raad moet wel het gevloek en getier maar eens afgelopen zijn!”
Met die hulp maakte ik het me allemaal vrij gauw eigen. Vanaf het moment dat ik de eed aflegde bij mijn installatie tot raadslid merkte ik wel dat de buitenwacht anders op me reageerde. Ik werd me al gauw bewust dat je toch een soort van voorbeeld functie had gekregen. Op straat sprak men mij plotseling aan met mevrouw. Ach, zelfs een baron moet piesen en poepen, net als wij. Van nature ben ik vrij nuchter en heb ik er op zich niet echt last van gehad.

Ik ben geen serveerster!

Ik herinner me mijn eerste raadsvergadering nog goed.
Het was er een van goed luisteren en anderen observeren. Op een gegeven moment was het tijd voor mijn eerste bijdrage aan een debat in de raad. Dat is best gek en je voelt je even heel kwetsbaar maar het went ook wel weer gauw. Ik kwam er achter dat het een goed gebruik was om na de raadsvergadering nog een drankje te drinken en daar was ik eerlijk gezegd best aan toe. Dat drankje kwam echter maar niet dus ik vroeg op een gegeven ogenblik aan de heren of dat drankje nog zou komen. Ik kreeg verbaasde blikken en ze antwoordden: “Jij bent er toch om in te schenken!”
“Hallo,” zei ik, “ik ben raadslid en geen serveerster, omdat ik vrouw ben hoef ik niet automatisch in te schenken.” Dat kwam goed duidelijk over volgens mij…..
Ik mocht namens mijn partij al gauw het woord voeren op onderwerpen als centralisatie en decentralisatie. Dat had veel met dieren te maken maar daar had ik in het begin geen notie van. Maar ik kreeg ook sport en daar was ik al vanaf het begin in thuis.

Boze ambtenaar

In de raad kregen we op een gegeven moment een collegevoorstel om over te gaan tot de aanschaf van voor nieuwe gymtoestellen. Ik zag dat er wel een bedrag was opgevoerd maar dat er geen offerte bij zat, laat staan meerdere offertes. Dat leek me niet juist. Ik wilde een nadere onderbouwing en meerdere offertes zien en verwees het voorstel terug met huiswerk. Die betere onderbouwing kwam er en we schaften prachtige nieuwe toestellen aan. Later kreeg ik op straat het verwijt dat ik tegen nieuwe toestellen zou zijn. Dat verwijt kwam van de ambtenaar die het voorstel in eerste instantie had geschreven. Hij was erg boos op me, ik weet dat nog goed. “Als jij voor een volledig voorstel had gezorgd hadden we die toestellen veel en veel eerder gehad”, reageerde ik. Na twee jaar moest ik stoppen met het raadswerk in Zwartsluis. Ik kreeg een baan en een woning in de gemeente Brederwiede. Wil je gemeenteraadslid zijn dan moet je in die betreffende gemeente wonen. Maar de nieuwe baan als beheerster van het dorpshuis van Dwarsgracht en de woning daar kon ik gewoonweg niet laten gaan.

Eigenlijk was het achteraf ook wel een goed moment. Het raadswerk vraagt veel tijd; stukken lezen en schrijven, informatie inwinnen, huisbezoeken, raads- en commissie vergaderingen enz. Nog los van campagne voeren met alles wat daarbij hoort bij verkiezingen eens in de 4 jaar.
Voor mij was het wel goed even afstand te nemen, had even meer tijd voor het gezin.
Mijn man was toen bulldozer machinist en de hele week van huis. Maar de pauze heeft uiteindelijk maar een jaar geduurd. De PvdA in de gemeente Brederwiede vroeg me of ik op de kandidatenlijst wilde voor de verkiezingen en prompt zat ik weer in de raad. In een grotere gemeente met natuurlijk dezelfde wettelijke regels als in Zwartsluis maar ook met duidelijk “eigen regels”. In Brederwiede was soms duidelijk sprake van een “derde helft” van de raadsvergadering. Na de vergadering trok men naar de keuken van het gemeentehuis en werd er wat gedronken. Niet zelden werd daar de vergadering nog eens dunnetjes overgedaan en werden eerder in de raadszaal genomen besluiten nota bene gewijzigd! Ik vond dat niet kloppen en bleef toen daar weg.

Gelachen

In de raadsvergaderingen in Brederwiede zat ik naast het CDA’ er Ad Klarenberg. Deze fluisterde tijdens een vergadering een hier niet te herhalen opmerking over de burgemeester. Ik schoot spontaan in de lach zoals ik kan, waarop burgemeester vroeg of de anderen ook mee mochten lachen. Ja, wat zeg je dan. Ik stammelde maar dat de opmerking niet voor herhaling vatbaar was. De burgemeester, mevrouw Netty van den Niewboer, keek niet zo mooi, maar ik kon niet anders. Je lapt je collega raadslid er niet bij, ook al is deze van een andere partij.

Internationaal

In deze periode kwam ook de samenwerking met de Duitse gemeente Herzenbrock-Clarholz tot stand en leerden we de mensen daar kennen. Er zijn veel vriendschappen ontstaan. Hoe zij politiek bedrijven is toch wel anders dan bij ons. We hebben toen ook Duitse scholen bezocht kan ik me herinneren waarbij opviel dat deze heel anders georganiseerd zijn dan in Nederland. Ontzettend leerzaam. Mooi was ook dat wij mensen van de andere zustergemeente in Frankrijk daar ontmoet hebben. Je moest uiterst geconcentreerd blijven als het ging om welke taal je tegen welke persoon sprak! Na 4 jaar was het voor mij afgelopen in Brederwiede omdat de gemeente door de herindeling ophield te bestaan.

Steenwijkerland

Een nieuwe gemeente was geboren; de gemeente Steenwijkerland. Ik kreeg contact met BuitenGewoon Leefbaar, een lokale partij. Vorig jaar precies 20 jaar geleden opgericht. Wij hadden een goed eerste gesprek. Er was een eenvoudig maar inhoudelijk goed partijprogramma dat goed leesbaar was en ik kon volledig achter de doelstellingen van de partij staan. Ik heb me altijd sterk verbonden gevoeld met kleine kernen en het thema leefbaarheid. Ik kwam op de lijst op de derde plaats terecht. Een raadzetel redde ik net niet maar ik werd wel raadscommissielid, dat heet nu burgerraadslid. Ik kan me herinneren dat er 3 commissies waren en ik kwam als nummer 3 van de lijst in commissie 3, de commissie over sociale zorg en sport. Dat werd ook mijn portefeuille. Wat ik heel jammer vond is dat ik over de zorg en sport als commissielid niet het woord mocht voeren in de raadsvergadering zelf. Dat was een taak voor de formele raadsleden.
Op een gegeven moment werd Joop Corjanus helaas ziek. Bert Dedden heeft toen een tijd de raadsvergaderingen alleen moeten doen. Het ging snel achteruit met Joop. Na zijn overlijden werd ik geïnstalleerd als nieuw raadslid. Inmiddels mijn derde gemeente!

In de nieuwe gemeente stond al gauw een nieuw gemeentewapen op de agenda. De Steenwijkers wilden heel graag Clemens terug in het wapen, maar de anderen wilden een afspiegeling van de hele gemeente in het wapen zien. Ik was goed ziek toen over het wapen besloten zou worden tijdens een raadsvergadering. Maar we hadden de koppen geteld en we kwamen 1 stem tekort als ik ziek thuis zou blijven. Dus ging ik, zo ziek als een hond, bijna zonder stem, naar het gemeentehuis om te stemmen. Geen Clemens in het gemeentewapen.

Onze fractie werd later groter en we zaten met drie raadsleden in de raad. Bert, onze fractievoorzitter, zat tussen twee vrouwen in en daar werd hij wel eens mee geplaagd.
Maar Bert was niet van suiker. Ik kan me herinneren dat het tijdens een raadsvergadering er wel erg rommeling aan toe ging en dat Bert het verloop ervan vergeleek met die van een pisbakkencultuur! Hij kreeg hier direct een felle berisping voor van burgemeester Hayo Apotheker! “Meneer Dedden, dat zeggen we toch niet in de raadszaal.” Bert gaf aan dat het wel in een keer duidelijk was wat hij bedoelde zo!

BuitenGewoon Leefbaar grootste partij

Op een gegeven moment behaalden we bij de verkiezingen zes raadszetels en kwam BGL voor het eerst in de coalitie en leverden we onze eerste wethouder; de heer Erik Dahmen! Dat was wel even wennen eerlijk gezegd. Het meebesturen is wel even iets anders dan oppositie voeren. Zelf heb ik niet anders dan in de oppositie gezeten en heb zo altijd lekker kunnen schoppen tegen de voorstellen die kwamen. Als je deel bent van de coalitie ligt dat wel even anders. Natuurlijk kun je ook dan strak optreden en scherpe vragen stellen. Dat is ook nodig om de inwoners te laten zien van welke partij je bent en waar je voor staat. Wie er ook in de coalitie zit van welke kleur ook, altijd kritisch blijven. Je moest natuurlijk wel oppassen, want je kon je eigen wethouder niet zomaar afvallen.

Vanaf het moment dat we met 6 raadsleden waren moesten de onderwerpen natuurlijk verdeeld worden. Voor mij bleef er weinig over waarover ik me druk mocht maken. Ik vond het leuk om me met alles te mogen bemoeien. Overal tussen in staan en met alles meedoen. Dat is trouwens niet de reden dat ik uit de raad ben gegaan, wel omdat ik inmiddels 73 jaar was. Ik ben gestopt met pijn in mijn hart. In al die jaren veranderde er heel veel of het nou ging om het zorgsysteem of om wetgeving. Ik heb het raadswerk altijd met liefde en plezier gedaan. Ik volg het nog steeds, maar moet langzaam afstand nemen.

Van ons hoeft dat niet Antje. Bedankt voor je buitengewone verhaal! (Redactie).