Helmich Ruitenberg heeft namens BGL vragen gesteld aan het College over de verordening op de heffing en invordering van de watertoeristenbelasting. Op 17 december 2019 heeft de raad van Steenwijkerland de Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2020 vastgesteld. In de praktijk zijn er veel problemen met de uitvoering van dit besluit en dan met name de bewoording “gedeelte van een etmaal en verblijf”. In artikel 1 definities is “verblijf” niet omschreven, waardoor in praktijk veel onduidelijkheden ontstaan.
Veel verwarring ontstaat ook over de tekst “gedeelte van een etmaal”, die voor een vol etmaal wordt gerekend. Er komen situaties voor dat een eigenaar/gebruiker van een vaartuig 2 of 3 maal op een dag moet betalen omdat deze meerdere havens aandoet. Een eigenaar van een boot die alleen even een accu plaatst of brengt zou al watertoeristenbelasting moeten betalen. Gebruikers van een vaartuig die ook al toeristenbelasting of forensenbelasting betalen voor een dag, betalen dus 2 keer.
Voor jachthaveneigenaren is dit administratief niet bij te houden en afkoop van € 36,30 is voor booteigenaren, die maar enkele keren gebruik maken van hun boot of direct de gemeente uitvaren, een niet realistisch bedrag. Bij de jachthaveneigenaren en booteigenaren heerst er veel onduidelijkheid en er wordt ook verschillend mee omgegaan. Ook de communicatie over dit onderwerp met de gemeente is niet optimaal.
De BGL fractie heeft de volgende vragen:
- Is het College bekend met de bovenstaande omschreven situaties?
- Was de insteek bij het vaststellen van de invordering van watertoeristenbelasting dat er overnacht zou worden op het vaartuig?
- Kan en wil het College bekijken hoe de problemen kunnen worden opgelost van meerdere keren betalen binnen een etmaal?
- Is het College bereid in Artikel 1 het woord verblijf te definiëren en de definitie etmaal toe te passen zoals het omschreven staat?
- Wil het College de communicatie met alle jachthavens eigenaren optimaliseren?